Eigen keuze
Vóór alles geldt dat het recht van toepassing is dat u zelf heeft gekozen. Het verdrag geeft u de mogelijkheid van een rechtskeuze (zie hierna onder: Recht in eigen hand).
Geen eigen keuze gemaakt
Als u geen rechtskeuze heeft gemaakt of als uw rechtskeuze ongeldig blijkt te zijn, dan bepalen de regels van het verdrag welk recht van toepassing is op uw nalatenschap. Het verdrag kent drie hoofdregels. Wanneer welke regel wordt gebruikt, wordt hierna besproken. Maar eerst nog het volgende.
Gewone verblijfplaats
In de regels van het verdrag wordt de term ‘gewone verblijfplaats’ gebruikt. Uw gewone verblijfplaats is niet helemaal hetzelfde als de plaats waar u woont. De feitelijke omstandigheden bepalen waar u uw gewone verblijfplaats heeft. Een belangrijk aspect hierbij is de bedoeling van uw verblijf. Een vakantie of een verblijf voor korte duur in het buitenland, bijvoorbeeld voor werk of studie, maakt niet dat u daar uw gewone verblijfplaats heeft.
Voorbeeld
Een Nederlandse man woont en werkt in Rotterdam. Hij wordt door zijn bedrijf voor 6 maanden overgeplaatst naar New York, waar zijn bedrijf óók een kantoor heeft. Zijn vriendin blijft in Den Haag wonen. De man houdt zijn huis in Rotterdam aan. Hij woont in New York maar Rotterdam blijft zijn gewone verblijfplaats. Na dit half jaar wordt de man aangeboden voor onbepaalde tijd te blijven werken op het kantoor in New York. Hij accepteert dit aanbod. Zijn vriendin zegt haar baan op en vestigt zich ook in New York. Zij zeggen ieder de huur op. New York is dan de gewone verblijfplaats van de man. Ook voor de vriendin wordt New York haar gewone verblijfplaats.