De gezamenlijke voogdij eindigt
– zodra het kind meerderjarig wordt;
– na het overlijden van een van de voogden of als een van hen uit de voogdij is ontslagen of ontzet. De overblijvende voogd oefent de voogdij daarna alleen uit;
– door beëindiging van de gezamenlijke voogdij op verzoek van een of beide voogden;
– door een rechterlijke beslissing waarbij het gezag over de minderjarige aan een ander wordt opgedragen;
– door ontheffing of ontzetting uit de voogdij van (één van de) voogden.