Optimale structuur van een BV
Veel ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf zijn georganiseerd als besloten vennootschap, de BV. Lang niet alle BV-ondernemingen hebben echter een optimale structuur. Zeker als u uw BV wilt verkopen, is dat van groot belang.
Een goede bedrijfsstructuur wil doorgaans zeggen dat u niet één enkele BV zou moeten hebben. Voor de bedrijfsoverdracht is de één-BV structuur ronduit onaantrekkelijk: de aandelen in deze BV zijn moeilijk te verkopen. In die ene BV is namelijk alles ondergebracht: de pensioenreserve, soms een bedrijfspand en de belegde liquiditeiten. Een opvolger zal echter alleen belangstelling hebben voor de onderneming, de zuivere bedrijfsactiva en -passiva. Nog een nadeel van de één-BV-structuur is dat de ondernemer bij verkoop van zijn aandelen een fikse inkomstenbelastingaanslag te wachten staat over de zogenaamde aanmerkelijk belangwinst (ab-heffing), een heffing van 22% tot een winst van € 250.000 en vanaf dit bedrag 25% in Box 2 (tarief 2014). Een aandeelhouder met 5% van het geplaatste aandelenkapitaal heeft al een aanmerkelijk belang. Ook gedurende het bestaan van de onderneming is een enkele BV trouwens niet ideaal. Want het pensioen (het stamrecht) en de besparingen (beleggingen) zijn gekoppeld aan de ondernemingsrisico’s en die kunnen in het ergste geval met de onderneming ten onder gaan. Kortom, als u een enkele BV hebt, dan is omzetting naar een meer uitgebreide structuur sterk aan te raden – zeker als u wilt gaan verkopen.
Maak eerst een holdingstructuur
De eerste stap zou dus moeten zijn dat u uw BV in een grotere structuur omzet: een goede ondernemingsstructuur bestaat uit ten minste twee besloten vennootschappen. De opzet van een holdingstructuur kan op verschillende wijzen plaatsvinden, bijvoorbeeld door middel van een bedrijfsfusie. U laat daartoe de bedrijfsactiviteiten overgaan naar een nieuwe BV, een werk-BV. De bestaande eerste BV wordt dan omgedoopt tot holding-BV. U houdt als ondernemer – in het voorbeelddiagram is dat Jansen – de aandelen in de holding-BV (in het voorbeelddiagram Jansen Holding BV), terwijl de holding-BV enig aandeelhoudster is van de werk-BV (in het voorbeelddiagram Jansen Werk BV). Zo is een zogeheten holdingstructuur ontstaan. De naamswijziging en de wijziging van de doelstelling van de oude BV moeten plaatsvinden door de statuten te wijzigen. Dat regelt de notaris voor u.
Holdingstructuur: al aantrekkelijk lang vóór de overdracht
Voor de dagelijkse praktijk is de ontstane holdingstructuur al voordelig: het eventuele bedrijfspand en de besparingen zijn nu afgescheiden van de risicovolle ondernemingsactiviteiten. Doordat de winst aan de holding-BV wordt uitgekeerd, wordt de werk-BV licht gehouden. De winst wordt jaarlijks belastingvrij (deelnemingsvrijstelling of fiscale eenheid) uitgekeerd aan de holding-BV. Vervolgens kan de werk-BV met daarin de onderneming worden overgedragen.
Overdracht van de werk-BV door verkoop van de aandelen
De overdracht van de werk-BV kan plaatsvinden zonder heffing van voornoemde 22 of 25% inkomstenbelasting. De holding verkoopt de aandelen van de werk-BV aan de bedrijfsopvolger en beëindigt daarmee haar deelneming in de werk-BV. De winst die op de verkoop van de deelneming wordt gemaakt is belastingvrij dankzij de zogeheten deelnemingsvrijstelling. Overigens kan het zo zijn dat, afhankelijk van de wijze waarop de holdingstructuur is opgezet, er drie jaar gepasseerd moeten zijn voordat u de aandelen in de werk-BV fiscaal onbelast kunt overdragen aan de overnemer. De aandelen kunnen worden overgedragen aan de overnemer in privé of aan een BV van de overnemer.
Overname van de werk-BV in privé of door middel van een eigen BV
In de praktijk blijkt dat een bedrijfsoverdracht door middel van aandelen veelal samen gaat met een financiering. De lening kan van de bank komen, maar ook van de verkopende holding-BV, Jansen Holding BV in het voorbeeld. In elk geval komt de rente die de bedrijfsopvolger jaarlijks verschuldigd is, in mindering op zijn winst. Dat levert een zeker fiscaal voordeel op. Hoe groot dit voordeel is hangt af van de structuur: overname in privé of door middel van een eigen BV. Stel dat Jansen de aandelen in zijn werk-BV overdraagt aan Jansen Junior in privé. Jansen Junior moet dan de financiering in privé regelen. Zijn aandelen behoren tot een aanmerkelijk belang en behoren daarom tot Box 2. De lening die Junior is aangegaan behoort ook tot Box 2. Het tarief van Box 2 is, zoals eerder vermeld, 25%. Dit tarief is lager dan de belasting over winst uit onderneming in Box 1, die bedraagt namelijk maximaal 52%. De fiscale renteaftrek die tot Box 1 behoort zou dus voordeliger zijn dan die van Box 2. Verder moet voor de aftrekbaarheid eerst winst worden uitgekeerd (dividend). De BV kan deze winst niet gebruiken om te investeren. Een BV is dan gunstiger. Stel dat de opvolger de aandelen overneemt door middel van een door hem opgerichte BV, bijvoorbeeld Junior BV. Deze BV leent het geld – van de bank of bij Jansen Holding BV. De rente is dan voor de vennootschapsbelasting (met een tarief van 22% tot een winst van € 200.000 en vanaf dit bedrag 25% in Box 2 (tarief ) aftrekbaar van de winst van Junior BV. Het fiscale voordeel is echter groter. Omdat de renteaftrek de winst van Junior BV vermindert, is over dat deel geen 22 of 25% ab-heffing verschuldigd. Het totale voordeel is nu ongeveer 45%. Er moet echter wel sprake zijn van winst bij Junior BV, om de renteaftrek mogelijk te maken. Daarom is het beter om een zogeheten fiscale eenheid aan te gaan van Junior BV met Jansen Werk BV. De rentelast kan dan worden gecompenseerd met de winst van Jansen Werk BV.
Overdracht van de BV door middel van bedrijfsfusie
Soms ontbreekt de tijd om drie jaar te wachten tussen de oprichting van een holding en de bedrijfsoverdracht. In dat geval kan de bedrijfsfusiemethode uitkomst bieden. De (enige) BV van Jansen richt daartoe een nieuwe BV op, een werk-BV, waarin de onderneming wordt ingebracht. De nieuwe BV, die dezelfde naam draagt als de oude (welke een holding-BV wordt), geeft een bijzondere soort aandelen uit aan de oude BV die alleen recht geven op een zakelijk bepaald percentage van de winst. Dit zijn zogeheten cumulatief preferente aandelen. De resterende winst wordt uitgekeerd aan de houder van uitgegeven gewone aandelen: de bedrijfsopvolger. Deze methode heeft wat weg van de eerder genoemde methode met de commanditaire vennootschap. Ook hier laat de verkoper zijn vermogen namelijk in de zaak tegen een periodieke vergoeding. De gewone aandelen kan de bedrijfsopvolger in privé nemen of via een door hem opgerichte BV. De aandelen in een eigen BV nemen verdient de voorkeur, zie hiervoor.
Opvolger door in eenmanszaak, dan belasting over stille reserves
Soms is gezien de omvang van de onderneming of om een andere reden voortzetting in de vorm van een BV door de opvolger ongewenst. In dat geval kan de directeur-grootaandeelhouder ook besluiten het bedrijf te verkopen aan zijn opvolger die in de vorm van een eenmanszaak verder gaat. De ondernemer verkoopt daarmee ook de bedrijfsmiddelen zoals het pand. In dat geval zal zijn BV met de Belastingdienst moeten afrekenen over eventuele stille reserves: de waardevermeerdering van die bedrijfsmiddelen.
Kijk verder onder het item “extra aandachtspunten: belasting, financiering, levenspartner” voor enkele andere aandachtspunten bij overdracht van uw BV.