Sinds enige tijd kent de wet bijzondere voorschriften voor de zogenaamde eenmansvennootschap. Dit is een B.V. of N.V. waarvan alle aandelen in één hand zijn, dus door één mens of rechtspersoon worden gehouden. De wet kijkt vooral naar de feitelijke zeggenschap in de vennootschap. Aandelen die in een huwelijksgemeenschap vallen, worden niet aan de beide echtgenoten toegerekend, maar worden geacht één pakket te vormen. Aandelen die door de vennootschap zelf of door een dochtermaatschappij worden gehouden, tellen niet mee voor de vraag of de aandelen in één hand zijn. In de praktijk komt deze situatie van alle aandelen in één hand het meest voor bij de B.V. Om een eenmans-B.V. te zijn is slechts het aandeelhouderschap van belang. Het is dus niet noodzakelijk dat de enig aandeelhouder ook (enig) directeur van de vennootschap is.
De eenmansvennootschap moet aan de volgende voorschriften voldoen: door publicatie in het Handelsregister moet bekend worden gemaakt dat de eenmans-B.V. is ontstaan. Ook de beëindiging ervan moet zo bekend worden gemaakt.
Alle besluiten van de aandeelhoudersvergadering moeten schriftelijk worden vastgelegd; deze stukken moeten ter inzage komen te liggen op het kantoor van de vennootschap. Ook bepaalde handelingen die tussen de B.V. en haar enig-aandeelhouder worden verricht, en die niet passen binnen de normale bedrijfsuitoefening van de B.V., moeten schriftelijk worden vastgelegd. Wie niet voldoet aan deze specifieke voorschriften pleegt een economische delict en kan worden gestraft.